Madison Morrison's Web / MM: The Sentence Commuted
Twee wereld mailart kunstenaars

5/12/2004

Madison Morrison & Guido Vermeulen
Twee wereld mailart kunstenaars op zoek naar inspiratie van regionale goden

Ad Breedveld

Madison Morrison is een gepensioneerde professor wereldliteratuur, bekend uit het mailart-circuit, die woont en schrijft in Asia. Sinds 1981 is hij bezig met een serie van 26 boeken over Sentence of the Gods (Oordeel van de Goden). Hij bezoekt daarvoor allerlei regio’s van de wereld en mengt geraffineerd persoonlijke reisimpressies met regionale scheppingsmythes. Dat maakt zijn teksten geconcentreerd en dubbelzinnig als poëzie. Onlangs ver-scheen Every Second, nummer 9 en 10 in de serie van 26, over Israel, Libanon, Griekenland en Italië. Het eerste deel volgt bijbelverhalen uit het Oude en Nieuwe Testament. Het tweede deel de Ilias en Odyssee van Homerus en de Aeneïs van Vergilius. Politieke, filosofische en culturele verhalen uit de antieke en de moderne wereld van Anatolië, Hellas en Italië worden met elkaar ver-weven. Het boek is uitgegeven met prachtige illustraties van Denis Mizzi bij The Working Week Press in Alexandria. Bij Sterling Publishers in New Delhi verscheen in 2001 SCENES FROM THE PLANET: In, All Excelling, Or Divine, waarin hij zoektochten beschrijft in Scandinavië (pastorale wijsheid), in Arizona (landschap), in Zuid-China (economische groei) en in Noord-Italië (de geest van Dante, Tasso en Ariosto). Binnenkort verschijnt MM: The Sentence Commuted (Het Oordeel Verzacht), een bundel met 30 reacties op het levenswerk van MM in verschillende talen, en met illustraties van verschillende kunstenaars. Onder andere een prachtig essay van Marc de Hay uit Amsterdam getiteld “De Cederhouten Vleugels van Berouw.’’ Inlichtingen over verkrijgbaarheid van delen van het totale epos en van het kritische commentaar: Madison Morrison, P. O. Box 22-106, Taipei, Taiwan.

 

Guido Vermeulen is een Belgische mailart-kunstenaar en dichter en uitgever van het Friour Network Magazine, gewijd aan mailart, vrede, visuele poëzie, liefde, licht, magie, stenen, tekens, slangen, schildpadden, renegaten en global networking. Het tijdschrift is ontstaan als reactie op de oorlogsdreiging tegen Irak aan het einde van 2002. Friour is het IJslandse woord voor vrede. Vermeulen ontving het verzoek van een Braziliaanse dichter die in Canada woont om mee te helpen aan de verwezenlijking van een internationaal ketting-gedicht voor vrede en tegen oorlog dat alle continenten zou omvatten. Binnen enkele weken werd deze verzameling gedichten bijeen gebracht en gepubliceerd op diverse websites. Het vormde ook de publicatie van het eerste nummer van Friour dat meteen geconcipiëerd werd als een netwerk-tijdschrift dat een brug wilde vormen tussen diverse netwerken: postkunst, poëzie, anti of anders globalisme, kunst en vrede. Vermeulen stelde ook onmiddellijk het concept voor van een “shared zine”, namelijk een tijdschrift dat zou kunnen worden uitgegeven door diverse personen in verschillende landen rond bepaalde thema’s. Het onderwerp en de vorm zijn vrij. De enige vereisten zijn het netwerkaspect en de brug tussen diverse netwerken en de vredesinvalshoek. Deze benadering sloeg aan, vooral toen Vermeulen banden ontwikkelde met het TAP (Transcend Art and Peace Network, www.tapnet.info, de artistieke uitloper van het vredesstreven van prof. Galtung). Het tweede nummer bevatte bijdragen tot het project Notebooks on 911, dagboeken en kunstenaarsboeken rond de thematiek van 11 september. De weergave hoe kunstenaars gedurende 1 jaar dit trauma verwerkten was buitengewoon aangrijpend. Dit was eveneens een uitgave van Vermeulen. Het derde nummer werd uitgegeven door Marisa Antonaya, een Spaanse die in Thailand woont en werkt. Haar thema was Finding Mythologies for a Lost Time en ging over de problematiek van oorlog en vrede in oude mythes en de noodzaak tot verwoording en verbeelding van nieuwe mythes. Het vierde nummer ging over de problematiek van vluchtelingen, hoofdzakelijk in oorlogssituaties. In plaats van deze problemen te benaderen vanuit het eng-Westerse standpunt “we zitten vol” werd verkozen het woord te geven aan vluchtelingen in reële situaties naast de getuigenissen van enkele historische momenten. Dit nummer werd opnieuw gepubliceerd door Vermeulen en stimuleerde de deelname van een aantal Afrikaanse kunstenaars. De hedendaagse situatie werd naast de ervaring geplaatst van stemmen uit de Spaanse Burgeroorlog en de Tweede Wereldoorlog. Het gevolg hiervan is dat het vijfde nummer (in voorbereiding) zal worden uitgegeven door de Ugandese auteur Monica Arac de Nyeko, Haar thema is Pijn en Hoop. Ook de Kongolese schrijver en schilder Raïs Boneza (prominent aanwezig in Friour 4) zal aan-sluitend op Monica een nummer uitgeven. Ondertussen dienen zich al twee vredesactivisten uit Japan aan voor volgende nummers. Friour blijkt geslaagd als concept en als uitlaatklep voor gesmoorde stemmen. Ondertussen werd ook een website gebouwd, onderdeel van de TAP-site: www.friour.net. Voor meer informatie en eventuele medewerking neem contact op met Guido Vermeulen, Vincottestraat 81, 1030 Brussel, België, guido.vermeulen@easynet.be.